De effecten van bètecaroteen
De oranje en gele kleuren van groentes zijn afkomstig van een speciale groep natuurlijke pigmenten. Een goed voorbeeld hiervan zijn de carotenen. Carotenen zijn de natuurlijke kleurstoffen gemaakt door planten en bestaan in honderden verschillende vormen.
Een van de bekendste en actieve stoffen is bètacaroteen, wat veel in wortels voorkomt. Als mensen en dieren planten eten wordt een deel van de carotenen omgezet in Vitamine A. In supplementen worden ze soms provitamine A genoemd. Vitamine A is een anti-oxidant: het ondersteunt je immuniteit en heeft een anti-aging effect. Daarnaast helpt het je ogen gezond te houden en speelt het een belangrijke rol in de preventie van meerdere ziektes. Ondanks deze en vele andere voordelen is een overmaat van deze stof is echter niet aan te raden.
Vitamine A in voedsel
Hoeveel van deze provitamine je lichaam opneemt hangt sterk af van hoe je de groentes bereid. Zo kan het lichaam de bètacarotenen makkelijker opnemen uit de gekookte en gepureerde wortels in vergelijking met de rauwe variant. Verder is het bakken in vet of olie een alternatief om de absorptie te verbeteren. Naast wortels zijn zoete aardappelen, gele en rode paprika’s en pompen goede bronnen van dit type voedingsstoffen.
De groene groentes bevatten ook caroteen, maar hun kleur wordt hier gemaskeerd door chlorofiel (bladgroen). De verschillende kleuren zijn dus ook een indicatie voor de aanwezigheid van verschillende voedingsstoffen. Zorgen voor voldoende variatie en dat je een breed scala aan vitaminen en mineralen binnenkrijgt kan middels een simpel advies van Harvart Health Publishing: eet de verschillende kleuren van de regenboog.
Jouw lichaam is in controle
Vitamine A is essentieel voor het lichaam, maar niet alle bètacarotenen worden automatisch omgezet in vitamine A. Het lichaam controleert normaliter zelf hoeveel van deze stof nodig is. Als deze provitamine uit normale voeding wordt opgenomen dan wordt de hoeveelheid omzetting dus aangepast op de behoefte.