Vaak wordt gezegd dat wanneer je rugpijn hebt, je moet gaan trainen. Lange, moeilijke rug-, buik-, bil- en heupspieroefeningen vragen veel van je lichaam. Doordat deze spieren verbonden zijn met de rug, kúnnen deze sportoefeningen een positief effect hebben. Desondanks zijn het niet alleen de spieren die je moet trainen om je rug te ontlasten.
Zijn ongetrainde spieren de oorzaak van rugklachten?
Wanneer je niet beweegt of traint is de kans op rugklachten groter. Immers: niet trainen en weinig bewegen brengt altijd meer risico op lichamelijke klachten. Toch moeten we onszelf de vraag stellen: waarom zijn er zoveel vitale en sterke mensen die door hun rug gaan – vaak zelfs bij simpele bewegingen? Veel patiënten die bij ons komen met chronische rugpijn, geven aan dat ze niet zwaar getild hebben. Voorbeelden die we vaak horen zijn:
“Ik pakte mijn mobiel en hoorde een knak in mijn rug.”
“Ik stapte uit bed en ik ging door mijn rug.”
“Ik boog voorover om iets van de grond te rapen en het schoot me in mijn rug.”
In de meeste gevallen gaat het om mensen die veel in beweging zijn tijdens hun werk of de sport die ze beoefenen. Zij blesseren zichzelf doordat hun lichaam niet is voorbereid op het maken van een bepaalde beweging.
Het principe van timing en coördinatie
Je kunt nog zo sterk zijn, maar als jouw lichaam niet voorbereid is op het maken van een bepaalde beweging, dan blesseer je jezelf. Misschien herken je dit wel: tijdens het bowlen pak je per ongeluk een zwaardere bal, in plaats van de lichte die je altijd gebruikt – dit voelde raar. Je zet dan kracht om iets lichts te tillen, maar de bal blijkt zwaarder, waardoor je spieren een tik krijgen. Ondanks dat je sterk genoeg bent om een zwaardere bal te tillen, was je lichaam toch in de war, omdat je hersenen dachten dat de bal lichter zou zijn.
Je hebt hiervoor gecontroleerde coördinatie nodig om je hersenen jouw spieren te laten vertellen hoeveel kracht nodig is om iets te kunnen tillen. Deze gecoördineerde timing en beweging is een mooi systeem, mits het werkt.
Stel: je weet niet hoeveel iets weegt. Voor de zekerheid bereid je jezelf voor op iets zwaars. Je hersenen rekenen op een gewichtig object en sturen jouw spieren het signaal om de juiste hoeveelheid kracht in te zetten. Of het object nu zwaar of licht is, jouw lichaam is voorbereid en in staat het te tillen.
Rugspieren zijn altijd aan het werk
De spieren in je rug zijn anders dan de meeste andere spieren in je lichaam. Ze zijn namelijk altijd aan het werk. Je armen en schouders gebruik je bijvoorbeeld pas als dat nodig is en je benen zijn aan het werk als je staat, maar rusten als je zit. Je rugspieren rusten echter alleen als je ligt, en dat doe je relatief kort op een dag.
Ons lichaam wordt bestuurd door ons brein. Zo krijgt ons zenuwstelsel informatie binnen van het lichaam, waarna dit signaal door wordt gegeven aan de spieren. We noemen dit proprioceptieve feedback, uitgelegd in onderstaande afbeelding. Doordat jouw hersenen dus de hele dag signalen naar je wervelkolom stuurt, zijn jouw rugspieren en wervelkolom altijd in beweging, óók als je een arm of been optilt.
Als het coördineren van beweging en timing fout gaat
Wanneer het coördineren van de timing van jouw beweging niet goed gaat, en jouw hersenen een verlaat of verkeerd signaal naar jouw wervelkolom stuurt, ontstaan er klachten. Het is een verkeerde samenwerking tussen de timing en coördinatie in het gewricht- en spiersysteem. Dit betekent niet dat je niet meer kan functioneren; je kunt alles nog doen, maar het werkt niet zoals het hoort te werken. Dit betekent dat wanneer je meer inspanning verricht –bijvoorbeeld bij fysiek zwaar werk – de kans groter is dat je je blesseert. Dit is vervelend, maar niet ernstig. Je lichaam kan genezen, herstellen en met de tijd beter worden. Zeker als je voldoende rust neemt en een goede basisstructuur, flexibiliteit en mobiliteit bezit.
Aanpassingsvermogen van je wervelkolom en rug
Om de coördinatie tussen je wervelkolom en je zenuwstelsel te verbeteren, moet je het aanpassingsvermogen van je wervelkolom en rug versterken. Dit doe je zo:
- Zorg dat je spier/skeletstructuur in balans is en goed functioneert. Niet goed werkende gewrichten kunnen door kinetische disfunctie de coördinatie met de rug namelijk verminderen.
- Stel je lichaam bloot aan verschillende til-technieken. Je brein heeft verschillende bewegingen nodig, zodat het weet hoe de coördinatie tussen de hersenen en rug op lange termijn het beste resultaat geeft. Combineer krachttraining daarom met cardio.
- Train op verschillende ondergronden. Zo vergroot je het aanpassingsvermogen van je zenuwstelsel.
- Train je reactietijd. Door je reactietijd en/of ritmische bewegingen te oefenen, help je jouw lichaam om verschillende bewegingspatronen en andere lichaamsfuncties te verbeteren.
Heb je last van rugklachten en wil je de coördinatie tussen jouw hersenen, wervelkolom en rug verbeteren? We helpen je graag op weg met advies en een eventuele behandeling. Vraag een gratis oriëntatiegesprek aan.